Voor Muziekweb: over gabberhouse
Voor Muziekweb, de website van de Centrale Discotheek Rotterdam, schreef ik voor de rubriek ‘Van eigen bodem’ een stukje over gabberhouse en Rotterdam. Want na Den Haag muziekstad, de Amsterdamse School en talent uit Utrecht was het tijd voor de muziek die Rotterdam in de jaren negentig wereldwijd beroemd (en misschien ook wel berucht) maakte: gabberhouse. Rotterdam speelde een belangrijke rol in het ontstaan van deze muziek en de gabbercultuur, de enige internationale subcultuur die Nederland ooit heeft voortgebracht.
Omdat het stukje niet meer zo makkelijk te vinden is op Muziekweb: hier is het nog te lezen. Aanvankelijk stond bij het stukje een plaatje van Gabber Piet, maar dat is gelukkig vervangen door het Parkzicht/Rotterdam Records-logo. Een stuk toepasselijker, en met Gabber Piet wil natuurlijk niemand geassocieerd worden. Hieronder voor de liefhebbers de volledige versies van de nummers waarvan op Muziekweb alleen fragmenten te horen waren.
Er is de afgelopen jaren opvallend veel aandacht voor gabberhouse. Of eigenlijk vooral voor de gabbercultuur. Documentaires en zelfs een soort ironisch bedoelde cabaretshow op Lowlands in 2014 blikten nostalgisch terug op de Australian trainingspakken, gekke danspasjes en kale koppen die blijkbaar hoorden bij gabberhouse. Nu had ik vroeger niets met die subcultuur, maar wel met de muziek. In mijn middelbare schooltijd luisterde ik veel naar hardcore (zoals ik het liever noem), en ik probeerde het ook op mijn pc zelf te maken. Dat laatste was leuk om te doen maar bleef bij hobbyen. Mijn interesse in hardcore werd gaandeweg minder, vooral omdat de subcultuur belangrijker dreigde te worden dan de muziek. Maar nog steeds kan ik nummers uit grofweg de jaren ‘92-‘96 erg tof vinden, en mijn platen (toen kocht je nog vinyl omdat de muziek nergens anders op verscheen) en cd’s zal ik ook zeker niet wegdoen.
Op een van die cd’s staat Three O’ Three van Public Energy. Uitgebracht in 1992, maar ik vind het nog altijd een waanzinnige track. Public Energy was een alias van Jochem Paap, beter bekend als Speedy J. Onder die naam is hij nog steeds een zeer gerespecteerd technoproducer. Three O’ Three, met een hoofdrol voor de Roland TB-303 (vandaar de tracktitel), is een klassieker uit de tijd die later ‘old school’ werd genoemd, en bijvoorbeeld te vinden op de verzamelaar DJ Rob’s Old School Classics (1996). En daarom ook als eerste nummer voor het stukje op Muziekweb.
Ook geselecteerd (en op dezelfde cd te vinden): The Beat Is Flown, van DJ Rob & MC Joe, eveneens een klassieker. De live-versie werd opgenomen in Parkzicht, de Rotterdamse discotheek die zo’n belangrijke rol speelde in het ontstaan van gabberhouse. Tegenwoordig is Parkzicht een sjiek (bedoeld) restaurant met valet parking!
Rotterdam Records mocht natuurlijk niet ontbreken in de selectie. En dan ook gelijk maar de eerste release: Amsterdam waar lech dat dan? van de Euromasters. Natuurlijk wel in de ‘Maastunnel mix’. Ik vind het niet echt een heel goed nummer, maar wel grappig. Andere nummers van de Euromasters, allemaal even melig, vind ik toch ‘beter’, zoals Oranje boven of Noiken in de koiken. Maar dit is natuurlijk wel een beroemde plaat, ook vanwege het artwork.
Ook op Rotterdam Records: Drummachine van Bald Terror. Een van de vele namen waaronder DJ Paul opereerde, en in de DJ Paul remix ook een van mijn favoriete nummers. Zeker in de versie op de plaat die werd uitgedeeld bij het feest van Rotterdam Records in 1993, waarin aan het einde van het nummer na enkele seconden stilte even alleen de bassdrum te horen is, die op volle kracht losbeukt. Op deze white label staat ook het beruchte P.W.A. van Enfant Terrible – niet draaien op Koningsdag!
Als laatste nummer voor het stukje over gabberhouse: Neophyte. Zonder twijfel een van de grootste en populairste acts uit de hardcore: toen, en nu nog steeds. Recession is afkomstig van hun eerste ep uit 1993. In de documentaire gemaakt naar aanleiding van hun dertienjarige bestaan is te zien dat ze hun Amiga’s van toen hebben ingeruild voor een grote studio propvol apparatuur. Ook hardcore in het algemeen is veranderd, zelf vind ik het niet meer zo heel interessant. Maar zoals hierboven als geschreven, die nummers uit de eerste helft van jaren negentig behouden een bepaalde aantrekkingskracht. Ook voor mij is luisteren naar hardcore inmiddels een vorm van nostalgie…