Den Haag (2): Crossing Border

Den Haag (2): Crossing Border

Afgelopen weekend kon ik onverwacht naar het Crossing Border-festival in Den Haag. Onverwacht, want ik had geen kaartje gekocht. Maar dankzij twee gewonnen passe-partouts stond ik als ‘+1’ vrijdag toch in de Koninklijke Schouwburg.
Helemaal niet verkeerd, want Villagers kwam spelen. Het lijkt wel of Conor O’Brien en zijn band continue op tournee zijn: eerder dit jaar zag ik ze al in Tivoli (Oude Gracht). Dat concert was zeker niet slecht, maar viel ergens toch een beetje tegen, vooral omdat de band op mij niet een heel erg geïnteresseerde indruk maakte.
Maar nu speelden ze samen met het klassieke gezelschap Stargaze, in de grote zaal van de Schouwburg.  De toevoeging van de strijkers en blazers van Stargaze gaf de nummers vaak wat extra’s, maar ook wanneer O’Brien alleen en akoestisch speelde maakte hij indruk. Dat het publiek stil en aandachtig luisterde, was ook wel eens fijn, een verademing na al het gewauwel en geklets van de hedendaagse Nederlandse concertbezoeker. Naast tracks van hun twee albums Becoming a Jackal (2010) en het dit jaar verschenen {Awayland} speelden ze ook twee nieuwe nummers. Een daarvan was de afsluiter, ik vermoed met de titel Hot Scary Summer. Een geweldig mooi nummer, misschien wel het beste van de avond, dat een indrukwekkend optreden afsloot. Ook 3voor12 Den Haag was positief trouwens.
Hieronder twee nummers van het debuut Becoming A Jackal.

Maar er was vanzelfsprekend nog meer te bekijken. De manier van programmeren bij Crossing Border is echter niet ideaal: zo’n beetje alle muziek is tegelijkertijd geprogrammeerd, met daar tussen grote gaten niets (of interviews met schrijvers). Hierdoor moet je niet alleen lastige keuzes maken, maar verzamelt het publiek zich ook massaal ruim van te voren in of nabij de zaal. Zo heb ik voor Villagers nog een stukje van Joost Zwagerman meegepikt, die zijn nieuwe essaybundel Americana mocht presenteren. En had ik ook de tijd om de mooie zaal van de Schouwburg te bekijken (tijdens een eerdere editie van het festival kwam ik niet verder dan een van de achterste balkons.)

Uiteindelijk kozen we na Villagers niet voor Glenn Hansard maar voor Phosphorescent in het Nationale Toneel Gebouw. Daar puilde de foyer dusdanig uit (want het enige bandje uit dat tijdblok was daar te zien) dat het onmogelijk was het toilet te bezoeken. Niet handig. Gelukkig was er bij Phosphorescent in de zaal meer ruimte. Ik had nooit van de band gehoord. en dat terwijl ze al zes albums hebben, maar het viel niet tegen. Een beetje seventiesrock, een beetje country, veel solo’s op keyboard, orgel, gitaar en lapsteel, onder leiding van de wat moeilijk te peilen zanger Matthew Houck. Door technische (opstart)problemen werkte niet alles naar behoren, en dat irriteerde hem blijkbaar dusdanig dat hij bij het tweede nummer zowel de microfoonstandaard als zijn gitaar op de grond smeet. Vervolgens zong hij wel beter dan tijdens de rest van de set (goed verstaanbaar ook!) in het beste nummer wat ze speelden: Terror in the Canyons (The Wounded Master), van album Muchacho van dit jaar.

De zaterdag hebben we uiteindelijk niet meer bezocht: geen van de bands die zouden spelen kon me ervan overtuigen om opnieuw de trein naar Den Haag te pakken.

Reacties zijn gesloten.