Den Haag (1): Museum Meermanno en Haags Historisch Museum

Den Haag (1): Museum Meermanno en Haags Historisch Museum

Vorige week heb ik twee musea in Den Haag bezocht: Museum Meermanno, en het Haags Historisch Museum.

Als eerste Museum Meermanno. Het is niet heel bekend, en dat is best jammer. Het ‘huis van het boek’, zoals het heet, is gevestigd in een mooi pand aan de Prinsessegracht, en is het oudste boekenmuseum ter wereld, met een grote collectie uit de gehele westerse boekgeschiedenis. Die collectie is van grote wetenschappelijke waarde, en dat Meermanno niet is ontsnapt aan het bezuinigingsmonster is dan ook triest.
Hoewel maar een klein deel van die boeken te bekijken valt, is het museum zeker een bezoek waard. Niet alleen vanwege het tentoongestelde materiaal, maar vooral ook door de inrichting van de zalen, die sinds de negentiende eeuw ongewijzigd is gebleven. Dus: veel donker hout, rijen in leer gebonden boeken langs de wanden, ouderwetse kachels en (kopieën van) bustes van voorname figuren uit het verleden. Een beetje zoals de meeste mensen zich een oude bibliotheek voorstellen dus.

De boekzaal in Meermanno.
De boekzaal in Meermanno.

Minstens zo mooi als de boekenzaal is de zaal met oudheden: voorwerpen uit Egypte, het antieke Griekenland en Rome die haast achteloos gepresenteerd worden, maar  door hun hoeveelheid zeker indruk maken: rijen munten, kasten vol beeldjes, vazen en andere voorwerpen. Dit alles gadegeslagen door een reeks portretten van de voorouders van de vroegere bewoners van het pand, en de grondleggers van de collectie.

Zaal met oudheden in Meermanno.
Zaal met oudheden in Meermanno.

Op dit moment is er een grote tentoonstelling over 200 jaar strips in Nederland te zien, en die is heel leuk en herkenbaar. Op chronologische wijze wordt de geschiedenis van de Nederlandse strip gepresenteerd, van vroege voorlopers uit de vroegmoderne tijd tot digitale stripbladen. Natuurlijk zijn zeer veel strips te bekijken, inclusief veel originele tekeningen. Iedereen die graag strips las of leest, zal wel een paar favorieten tegenkomen.

Robbedoes.
Robbedoes.

Ook leuk was een minitentoonstelling over het blad Robbedoes: ooit hadden wij thuis ook een abonnement. Inmiddels bestaat het blad niet meer in Nederland (de strip zelf natuurlijk nog wel.) Aangezien het herfst is, miezerde het die dag behoorlijk, dus de museumtuin ben ik niet in geweest.

Dan het Haags Historisch Museum. Het ligt op loopafstand van Meermanno, en is gevestigd op een toplocatie: schuin tegenover het Mauritshuis, direct aan de Hofvijver. De museumcollectie richt zich – vanzelfsprekend – op de geschiedenis van Den Haag, maar gezien de positie die de stad als hofstad en regeringscentrum had, en natuurlijk nog steeds heeft, is dit ook nationale geschiedenis. Het was niet mijn eerste bezoek, maar dit keer had ik wat meer tijd om de collectie te bekijken. Mijn aandacht ging vooral uit naar de zeventiende eeuw, en die is goed vertegenwoordig met portretten en schilderijen. Helaas was de zaal met schuttersstukken gesloten wegens werkzaamheden.

Haags Historisch Museum (foto: Wikipedia)
Haags Historisch Museum (foto: Wikipedia)

In het bijzonder kwam ik natuurlijk voor de tong en vinger (teen?) van de gebroeders De Witt, die er nog steeds te zien zijn, als souvenirs van die brute moordpartij op 20 augustus 1672. Het blijft onvoorstelbaar dat twee van de belangrijkste mannen van het land op een dergelijke gruwelijke manier zijn afgeslacht, en dat vervolgens hun lichaamsdelen ter plekke werden verkocht – op opgegeten. Heel smakelijk allemaal.

De tong en vinger (of teen) van Johan en Cornelis de Witt.
De tong en vinger (of teen) van Johan en Cornelis de Witt.

Op de zolderverdieping was een tijdelijke, zeer informatieve tentoonstelling over het Vredespaleis, dat in 1913 werd geopend. Mooi is hoe het paleis wordt geplaatst in de context van de tijd, met bijvoorbeeld  aandacht voor stromingen in de architectuur en technologische ontwikkelingen. Dat het paleis weinig heeft kunnen bijdragen aan de wereldvrede werd natuurlijk snel duidelijk, toen een jaar later de Eerste Wereldoorlog uitbrak.

Enkele zaken vielen me wel op:
Ten eerste dat ik nergens het schilderij van de moord op de broers De Witt heb zien hangen. Gezien de publiciteit de het in 2012 gerestaureerde schilderij kreeg, had ik verwacht het wel een prominente plek zou hebben. Hangt het dan toch in de Gevangenpoort, of heb ik het gewoon over het hoofd gezien? De mevrouw bij de kassa wist het ook niet zeker. Nu moest ik het doen met de ansichtkaart.
Ten tweede een verkeerd gedateerd drukwerk (pamflet), afkomstig uit het Haagse Gemeentearchief. Het betrof hier een nieuwjaarswens van de Haagse schutterij, in dichtvorm met een prent. Volgens de informatie kwam het uit 1678, maar taal en thematiek (Nederland als vaderland) kwamen mij zeer ‘onzeventiende-eeuws’ over. Na enige tijd zoeken bleek er wel een datering op het pamflet te staan: MDCCLIV, oftewel 1754. Een simpel typefoutje?
En als laatste dat ik nergens bij de vele schilderijen van de Ridderzaal iets over de walviskaken vermeld zag, die aan de voorkant van het gebouw hingen. Toch een opmerkelijk ‘weetfeitje’.

Dat maakte het bezoek overigens niet minder interessant. Het belangrijkste was misschien nog wel dat ik me er nu nog meer van bewust was hoe jammer het is dat Museum Rotterdam het Schielandshuis heeft verlaten. Ook de Rotterdamse geschiedenis verdient een permanente plek in een kenmerkend pand, toegankelijk voor iedereen.

Reacties zijn gesloten.