Bezoek aan de Oranjezaal

Bezoek aan de Oranjezaal

De Oranjezaal is een van de beroemdste en bekendste kunsthistorische monumenten uit de Nederlandse zeventiende eeuw. Je kan hem alleen nooit in het echt bekijken. De zaal is namelijk onderdeel van Paleis Huis ten Bosch, voorheen het woonpaleis van Beatrix, en over een paar jaar de plek waar koning Willem-Alexander en zijn gezin zullen wonen. Het paleis en bijbehorende de tuinen, en ook de Oranjezaal, zijn daarom jaren niet open geweest voor publiek. Maar omdat het paleis gerenoveerd gaat worden voordat Willem-Alexander er intrekt, is de Oranjezaal nu tijdelijk opengesteld. Een unieke kans om deze van boven tot onder beschilderde zaal te bekijken, want na 30 december is de Oranjezaal weer gesloten. Ik ben dus nog gauw gaan kijken.

Oranjezaal Paleis Huis ten Bosch
Paleis Huis ten Bosch, Den Haag.

Paleis Huis ten Bosch, gelegen in het Haagse Bos (in Den Haag dus) is gebouwd als buitenverblijf van stadhouder Frederik Hendrik (1584-1647), prins van Oranje, en zijn vrouw Amalia van Solms. De bouw begon in 1645, en toen Frederik Hendrik in 1647 overleed, besloot Amalia om de centrale zaal, nu de Oranjezaal genoemd, geheel in te richten ter nagedachtenis aan haar overleden man. Een grote groep schilders uit zowel de Noordelijke als de Zuidelijke Nederlanden, onder wieJacob Jordaens, Gerard van Honthorst en Jan Lievens, kreeg de opdracht schilderijen te vervaardigen waarin het leven van de stadhouder, en zijn plaats in de geschiedenis van de Republiek, werden getoond.

Oranjezaal Huis ten Bosch Frederik Hendrik Cesar van Everdingen
Cesar van Everdingen, Allegorie op de geboorte van Frederik Hendrik.

Dat leven wordt afgebeeld alsof het bijna een heiligenverhaal is.  We volgen Frederik Hendrik van geboorte tot dood,  en de verering van de stadhouder doet haast ‘on-Nederlands’ aan, zeker voor zeventiende-eeuwse begrippen, toen in de Republiek steden en burgers de dienst uitmaakten. Maar Frederik Hendrik had zich dan ook een vorstelijke status aangemeten, met bijbehorend eerbetoon,  en de bouw van dit paleis  was daar een voorbeeld van. Hij is in de met symboliek volgepropte wand- en plafonschilderingen van de Oranjezaal constant afgebeeld als oorlogsheld, als soeverein vorst (behalve stadhouder was hij natuurlijk ook prins), als overwinnaar van de tweedracht en brenger en hoeder van eenheid. Nu deed Frederik Hendrik het ook goed. De verstoorde binnenlandse verhoudingen die waren ontstaan tijdens de Bestandstwisten onder zijn broer Maurits kwamen relatief weer tot rust, hij had zijn invloed op de politieke besluitvorming behendig weten te vergroten en op militair gebied boekte hij meerdere belangrijke overwinningen. De succesvolle innamen van onder meer Maastricht, Hulst, Breda en ‘s-Hertogenbosch zijn dan ook in de Oranjezaal vastgelegd. Ook de rest van de Oranjestadhouders komen vaak terug: vader Willem van Oranje, (halfbroer) Maurits en ook zijn zoon Willem II. Helaas zou Willem II er later een potje van maken, zodat de positie van de Oranjes in de Republiek ernstig schade opliep. En dat terwijl Amalia van Solms met de Oranjezaal juist ook het belang van de Oranjedynastie voor het land wilde vastleggen.

Oranjezaal Paleis Huis ten Bosch oostwand Frederik Hendrik
Oranjezaal: overzicht noordoosthoek, met de hele oostwand (foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Licensed under CC BY-SA 3.0 nl via Wikimedia Commons – https://commons.wikimedia.org)

Dat de Oranjezaal dit jaar tijdelijk openging voor publiek was groot nieuws. Wie de zaal wilde bezoeken moest via internet een kaartje reserveren, en er ontstond dan ook een stormloop op de kaartjes, die gratis waren. Een beetje zoals bij popconcerten ook wel gebeurt. Alleen bleken in dit geval bleken veel mensen niet te komen opdagen toen de zaal eenmaal daadwerkelijk open was. Toch werd de openstelling verlengd tot eind dit jaar (30 december), vanwege de grote belangstelling. Zo kon ook ik toch nog een bezoek brengen, want de eerste kaarten waren in september binnen zes minuten ‘uitverkocht’.

Eenmaal een kaartje in handen en het Haagse Bos bereikt, volgde een controle door de marechaussee. De tickets stonden op naam, en legitimeren was verplicht. Op het gehele terrein gold (helaas) een streng fotoverbod.  In een wachtruimte werden de tickets nogmaals gecontroleerd, en moesten alle spullen worden opgeborgen in kluisjes. Alle bezoekers waren ingedeeld in een groep van twintig personen, die onder leiding van een gids en een andere medewerker twintig minuten de Oranjezaal in mochten. De tijden hiervoor stonden vast. In de wachtruimte was ook een winkeltje waar wat Oranjesouvenirs konden worden gekocht (zoals blikken Wilhelmina pepermunt met een foto van de prinsesjes).  Voor we met de gids de zaal binnengingen kregen we buiten nog wat uitleg over het paleis, en werd een filmpje over de geschiedenis paleis getoond. Grappig was dat dit in een zaaltje was bij het bordes van het paleis, en dat bordes was inderdaad de plek waar altijd de bekende ‘bordesfoto‘ van de vorst met het kabinet wordt gemaakt. In de Oranjezaal vertelde de gids vervolgens meer over enkele van de voornaamste schilderingen, met uitleg over betekenis en symboliek. Daarna werden we de zaal weer uit begeleid, en zo stonden we in twintig minuten weer buiten.

Nu had ik de Oranjezaal al eens eerder kunnen bekijken. Niet de echte zaal, maar een replica, die in de zomer van 2013 te zien was in de Grote Kerk in Den Haag. Ter gelegenheid van de tentoonstelling over de familie Huygens (Een gouden erfenis), was deze bijzondere replica gemaakt. Constantijn Huygens was namelijk betrokken bij de bouw van het paleis, net als Jacob van Campen (van het Amsterdamse stadhuis en het Mauritshuis). Het paleis zelf was overigens ontworpen door architect Pieter Post, die meerdere gebouwen in Den Haag ontwierp en ook het stadhuis van Maastricht. Op die tentoonstelling in de Grote Kerk was dus een replica te zien, die best indruk maakte. Fijn was ook dat je daar langer dan twintig minuten binnen mocht zijn, en ook alles van dichtbij kon bekijken. Maar hoe zorgvuldig en nauwkeurig die replica ook gemaakt was, de ervaring van de echte Oranjezaal kon deze toch niet benaderen, zo weet ik sinds vandaag. De schilderingen mochten dan heel goed  zijn gefotografeerd, de geur (een beetje muf, maar niet onprettig), het geluid (krakend parket!), de omgeving (uitzicht op een tuin): het telt allemaal mee in de beleving. En die beleving ontbrak toen, en was er vandaag wel. Het was dan maar twintig minuten, maar het was wel een bijzondere ervaring nu eens in de echte zaal te zijn geweest. En de schilderingen zijn altijd nog in detail te bekijken op Google Streetview. Helaas kan ik hier niet de aanbeveling doen de zaal te gaan bezoeken: de kaartjes zijn niet meer beschikbaar, en 30 december is de laatste openingsdag. Maar misschien dat in de toekomst de Oranjezaal wat vaker opengesteld zal worden? Ik hoop het.

Reacties zijn gesloten.