Iets over Willem II (de stadhouder)

Iets over Willem II (de stadhouder)

Van de zeventiende-eeuwse stadhouders uit het Huis van Oranje is Willem II (1626-1650) niet de meest succesvolle geweest. Sterker nog, hij staat inmiddels eerder bekend als een pechvogel, als een loser, die zijn eigen reputatie, maar meer nog die van zijn familie, grote schade heeft toegebracht. Hierdoor had men in de zeventiende eeuw al moeite met hoe om te gaan met zijn herinnering, en dat is lange tijd zo gebleven. Althans, die gedachte kwam bij mij op tijdens mijn bezoek aan de Nieuwe Kerk in Delft, waar Willem II in 1651 is bijgezet.

Gerard van Honthorst - Portret van Willem II (1626-50), prins van Oranje, en zijn echtgenote Maria Stuart (1631-60), 1647 (Rijksmuseum Amsterdam)
Gerard van Honthorst – Portret van Willem II (1626-50), prins van Oranje, en zijn echtgenote Maria Stuart (1631-60), 1647 (Rijksmuseum Amsterdam)

Eerst iets over Willem II. Willem volgde in 1647 zijn vader Frederik Hendrik (1584-1647) op als stadhouder van alle gewesten behalve Friesland. Hij was toen 21 jaar oud, en vol ambities. Hij kreeg maar weinig kans om deze ambities waar te maken, aangezien een jaar later de Vrede van Münster werd gesloten, die een einde maakte aan de Tachtigjarige Oorlog. Dit tot ontevredenheid van Willem, die de strijd graag wilde voortzetten. De Republiek, en dan met name het machtige gewest Holland, was echter oorlogsmoe, en wilde vrede. Die vrede kwam er, en voor Holland was dit aanleiding om een groot deel van de soldaten af te danken: de oorlog was voorbij, dus was er ook geen reden meer om een grote troepenmacht aan te houden. De financiering van de oorlog was de grootste uitgavenpost van de Staten-Generaal, en Holland droeg hier het meeste aan bij van alle gewesten. Een uitgelezen kans om te bezuinigen op de uitgaven voor de defensie dus, en wat te doen aan de torenhoge belastingdruk. Willem II was het hier niet mee eens, hij wilde juist een zo groot mogelijk leger. Niet alleen had hij plannen om samen met Frankrijk opnieuw de strijd met Spanje aan te gaan, als opperbevelhebber van leger en vloot was zijn status, net als die van zijn voorgangers, ook grotendeels verbonden met oorlog. Er ontstond een langlopende discussie over het afdanken van de troepen, waarbij de kampen (Willem II vs. Holland) steeds dichter tot elkaar kwamen, maar nooit een compromis wisten te bereiken. Willem ging in een poging zijn tegenstanders over te halen (of onder druk te zetten) op een zogenaamde ‘bezending’ langs verschillende onwillige Hollandse steden, maar dit haalde weinig uit. Hij voelde zich beledigd door het ontvangst in de steden, vooral door Amsterdam, zo liet hij weten. Hierop besloot Willem II over te gaan tot geweld. In het diepste geheim verzamelde hij een grote troepenmacht, die onder leiding van zijn vertrouweling, de Friese stadhouder Willem Frederik (1613-1664), bij verrassing Amsterdam moest innemen. Tegelijkertijd liet hij zes van zijn voornaamste tegenstanders arresteren en gevangenzetten op Slot Loevestein.  Daarnaast had hij een ‘publiciteitscampagne’ in gang gezet, die zijn tegenstrevers in diskrediet moest brengen.
De aanslag op Amsterdam mislukte echter, door pure pech. Een deel van de troepen verdwaalde onderweg, door het slechte weer, een toevallig passerende postbode op weg naar Amsterdam zag de soldaten en waarschuwde de stad. Toen Willem Frederik uiteindelijk 30 juli voor toch Amsterdam verscheen, was de stad voorbereid en in staat van verdediging gebracht. De troepen van de prins gingen over tot een omsingeling.

Als pamflet uitgegeven brief van Willem II aan de bestuurders van Amsterdam, door Willem Frederik te overhandigen wanneer  de stad bezet was.
Als pamflet uitgegeven brief van Willem II aan de bestuurders van Amsterdam, door Willem Frederik te overhandigen wanneer de stad bezet was.

Vervolgens werd er enkele dagen onderhandeld tussen Willem en Amsterdam, en werd er al op 3 augustus een akkoord gesloten, met een klein succes voor de prins: zijn belangrijkste tegenstanders (de gebroeders Bicker) werden uit hun macht gezet, en Amsterdam conformeerde zich aan de oorlogsplannen zoals deze door de andere zes provincies was goedgekeurd. Gevochten was er niet, en geschoten nauwelijks, en de mislukte Aanslag op Amsterdam is door historici wel beschreven als een gênante vertoning of een tragikomedie. De echte strijd werd ondertussen uitgevochten in pamfletten, waarin voor- en tegenstanders van de prins het tegen elkaar opnamen.

Boeken over Willem II
Veel boeken zijn er niet verschenen over Willem II. Links de tweede druk (1977) van Kernkamps biografie uit 1943, rechts Groenvelds boekje over de aanslag uit 1967, nog steeds het belangrijkste werk.

Maar dit was nog niet alles. Enkele maanden na de Aanslag kwam Willem II onverwacht te overlijden, aan de kinderpokken. Tijdens een jachtpartij in Gelderland was hij ziek geworden, waarna hij naar Den Haag werd overgebracht. Grote ongerustheid was er niet toen bleek dat hij pokken had, maar op 6 november verslechterde zijn situatie dusdanig, dat hij diezelfde avond op 24-jarige leeftijd overleed. Opnieuw pech dus (of was er meer aan de hand?) Zijn opvolger, Willem III, werd enkele dagen later geboren. De tegenstanders van het Oranjehuis en het stadhouderschap zagen hun kans nu schoon. In pamfletten beargumenteerden zij dat Willem II had bewezen hoe gevaarlijk het kon zijn als een persoon te veel macht had, en dat zijn poging tot een ‘staatsgreep’ toonde dat de Oranjes altijd uit waren op de alleenheerschappij. Beter was het verder te gaan zonder een stadhouder, en de Oranjes van hun politieke en militaire macht te ontdoen. Zo geschiedde dan ook, en het Eerste Stadhouderloze Tijdperk brak aan, en zou tot het Rampjaar 1672 blijven duren. Ondanks steun bij grote delen van de bevolking waren de Oranjes zo goed als machteloos geworden, en de jonge Willem III was overgeleverd aan de goodwill van de machtige Hollandse regenten, zoals raadpensionaris Johan de Witt. De langdurige strijd tussen de moeder (Maria Stuart) en grootmoeder (Amalia von Solms) van Willem III over zijn voogdij verzwakte de positie van het Oranjehuis nog eens verder.

Twee pamfletten uit 1650 van tegenstadners van het Oranjehuis, waarin gepleit werd om het stadhouderschap af te schaffen (verschenen na de dood van Willem II.)
De titelpagina’s van twee pamfletten uit 1650 van tegenstanders van het Oranjehuis, waarin gepleit werd om het stadhouderschap af te schaffen (verschenen na de dood van Willem II.)

Sommige zeventiende-eeuwers wilden Willem II en de Aanslag maar zo snel mogelijk vergeten, en niet meer denken aan deze periode van politiek onrust. En dan kom ik nu weer bij de Nieuwe Kerk in Delft. Want ik kreeg tijdens mijn bezoek het gevoel dat ook in de moderne tijd Willem II het liefst een beetje wordt weggemoffeld.
Ten eerste de plek waar hij is bijgezet. Ook Willem II ligt in de grafkelder van het huis Oranje-Nassau. Wat mij opviel was dat Willem niet in het oudste deel van de grafkelder lag (waar Willem I, Maurits en Frederik Hendrik liggen), maar in het nieuwere deel, terwijl iemand van het Boheemse vorstenhuis er juist wel in het oude deel lag. Als ik de maquette goed begrepen heb dan. Misschien niet meer dan toeval, maar toch opmerkelijk.
Ten tweede de glas-in-loodramen. De Nieuwe Kerk heeft een groot aantal prachtige glas-in-loodramen, niet alleen met Bijbelse thema’s, maar ook met episodes uit de Nederlandse geschiedenis en over het huis van Oranje-Nassau. Deze ramen zijn in de jaren dertig van de twintigste eeuw gemaakt (hier zijn foto’s te zien). Zo is er een raam speciaal voor Willem van Oranje, en ook een voor Willem III, als koning van Engeland samen met zijn vrouw Mary. Daartussen is het ‘Oranjeraam’ over de band tussen het huis van Oranje van Nederland. Aan weerszijden van het wapen en devies van de Republiek (!) zien we Maurits en Frederik Hendrik. Daaronder de koningen Willem I en Willem II. Wie hier dus volledig ontbreekt is dus stadhouder Willem II. Zijn grootvader, vader, oom, en zoon hebben ieder een plekje gekregen, maar hij dus niet. Vanwege zijn slechte reputatie? Het lijkt me niet onwaarschijnlijk. Helemaal aangezien koning Willem III (bijnaam ‘koning Gorilla’) ook ontbreekt.
Ik vond dit dusdanig sneu voor Willem II dat ik toen maar een boekenlegger in de souvenirshop heb gekocht. Die was er dus wel van hem, een uitsnede van het portret dat Anthony van Dijk in 1641 maakte van de veertienjarige Willem met zijn bruid Maria Stuart (negen jaar oud). Met een mooie toekomst in het verschiet, maar het liep dus allemaal anders voor pechvogel Willem II.

De Deductie van Johan de Witt inclusief boekenlegger van Willem II.

Reacties zijn gesloten.